De angst van Herma-froditus / Gerard Rasch.
Uitgeverij Amber,1992, 167 blz.

De ik-figuur, een man, 44 jaar, woonde 8 jaar met vrouw en kinderen in Kopenhagen . Sinds zijn scheiding woont hij in de Bijlmer samen met een vriendin. Vanaf dat moment komt zijn lang miskende en onderdrukte vrouwelijkheid onweerstaanbaar naar boven en besluit hij hieraan toe te geven. Het dagboek dat hij bijhoudt begint met: ‘Ik ben dit weekend een ander mens geworden. Ik ben vrouwenkleren gaan dragen’. De consequenties van deze beslissing, zijn emoties, zijn denken en doen, zijn angsten en twijfels, de reacties van vrienden, maar ook het zeker weten dat wanneer hij er op zijn vrouwelijkst uitziet, innerlijk en uiterlijk het meest bij hem samenvallen, beschrijft hij van dag tot dag, met flashbacks uit zijn verleden. Gedetailleerd beschrijft hij zijn proces: van de eerste schuchtere pogingen om op een vrouw te lijken tot het moment waarop hij zich als vrouw aan anderen – eerst intimi, later vreemden – laat zien. Aanvankelijk komt zijn beslissing overtuigend over en geeft hij een goed inzicht in zijn dualiteit, maar naarmate het boek vordert beseft hij dat hij nooit volledig vrouw zal kunnen zijn, en vervalt hij in herhaling. Het vrouwbeeld dat hij nastreeft is van ver voor het geëmancipeerde tijdperk. Zijn ontluikende vrouwelijkheid wierp tevens een heel nieuw licht op zijn vorige leven, zijn confrontaties met de mannenwereld en met de vrouw en op zijn steeds weer terugkerende reizen naar Polen, een land dat hem emotioneel diepgaand heeft beïnvloed.
Bron: Biblion, recensie, J. de Jager-van der Wijst.).