De term transseksueel (transsexual) werd in 1949 voor het eerst gebruikt door David O. Cauldwell (1897-1959) in zijn essay Psychopathia Transexualis voor “individuals whose sex assigned at birth was different from their gender identity”.
De term Transseksuelen gebruikte hij voor mannen/vrouwen die het gevoel hebben in een verkeerd lichaam te zitten. Zij voelen zich vrouw, maar hebben de lichamelijke kenmerken van een man (of omgekeerd: zij voelen zich man maar hebben de lichaamskenmerken van een vrouw).
Maar de term Transseksualiteit is feitelijk geen juiste benaming.
Transseksualiteit heeft immers maar zijdelings te maken met seksualiteit, niets te maken met het geslacht van de mensen tot wie men zich aangetrokken voelt, maar alles met de eigen geslachtsidentiteit.
De termen Transvrouwen, Transmannen verdienen daarom de voorkeur voor de term transseksuelen.
De term transseksueel ten wordt soms ten onrechte gebruikt voor een persoon die de verandering al in zijn geheel heeft doorlopen en dus al de geslachtsverandering heeft ondergaan.
Dit is in feite onjuist, omdat de persoon niet meer in de transgressie (overgang) zit van het ene naar het andere geslacht. Als de persoon de hele transgressie heeft doorlopen, wordt deze ex-transseksueel of vrouw/man met een transseksueel verleden genoemd, maar de personen in kwestie wensen veel liever te worden aangeduid met het geslacht waarmee ze zich identificeren: vrouw resp. man.